Gert Klam probeert iets nieuws.





Het kon niet eeuwig blijven duren, ondanks dat Gert heel fijn had in huis bij Knøbbig en Bart. In de Atjehstraat werd goed voor hem gezorgd, ze deden gedrieën gezellige dingen, vaak op pad en thuis. Gert Klam was er, nadat hij terug was gekeerd uit Brazzaville helemaal aan gewend geraakt. Alsof er nooit een andere tijd was geweest. Hij keek naar de Millet boven zijn bed. Die was gelukkig, dankzij de inspanningen van deze twee mannen gespaard gebleven. Tijd, om zijn vleugels uit te slaan en niets nieuws te beginnen. Hij had er lang over nagedacht. Wel of niet? Nu was de tijd gekomen, om op eigen benen te staan en weer met zijn oude vak van natuurarts aan de slag te gaan. Knøbbig en Bart hadden verheugd gereageerd op zijn mededeling en direct contact gezocht met meneer Zimbo in Pontarlier. Van hem zou, volgens hen, Gert het e.e.a kunnen leren. Immers Pelle en Madeleine hadden ook heel wat opgestoken van deze beroemde kruidenman. Gert pakte zijn spullen in voor de stagereis van drie weken, de rest bleef in de Atjehstraat, want uiteindelijk zou hij zijn opgedane kennis weer gaan inzetten in Amsterdam en tijdens sessies op locatie. Bart, Knøbbig en Gert waren alle drie een beetje zenuwachtig bij het afscheid op het Centraal.  Gert zou eerst naar Parijs gaan, om daar een paar dagen te verblijven in Bru et sa Bresse, de kookschool met de kruidenmixen van Madeleine. De laatste stop zou Viré zijn, waar Madeleine hem zou inwijden over thee- en wijnsoorten. Maar de meest spannende etappe werd de week bij meneer Zimbo in de Jura. Wat Knøbbig en Bart niet hadden verteld, dat was nog een verrassing, was dat zij voor Gert een leuke praktijkruimte hadden gevonden in Zuid. Aan de Olympiaweg. Tijdens zijn stage zouden de twee de laatste klussen daar gaan doen en als verrrassing vast de Millet ophangen boven zijn bureau. Ze zwaaiden Gert en de Thalys uit. Het zou stil worden in de Atjehstraat.

Fluitend stapte Gert met zijn rolkoffer de Thalys uit op Gare de Nord. Het was een voorspoedige reis geweest, zonder blokkades. Hij dronk een snelle koffie en zette koers met de metro richting Rue de Martignac 12, waar zich de kookstudio Bru et sa Bresse bevond. In het 12 jarig bestaan van deze met kruiden en eendenvet doordrenkte épicerie annex kookschool was er never a dull moment geweest. In de eerste jaren kookte Madeleine uit Louhans met passie. Brodgøde en haar lover Pierre voegden het theatrale aspect toe en de laatste jaren, zeker na de Covid periode, had Héloïse, de dochter van Hugues er een ware gezondheids- en vegantempel van gemaakt, gefrequenteerd door Parijse millennials. Gert verheugde zich erop een paar dagen mee te draaien, om zo voldoende kennis op te doen voor de plannen, die hij had met zijn eigen fit for fun bedrijf. Waarvan hij de exacte locatie nog niet wist. De dagen van malversaties lagen ver achter hem en hij was vol vertrouwen, om er deze keer wat van te maken. Hij was veranderd. Aangekomen in de Rue de Martignac bleef hij kort voor de frisgroene gevel staan, om het gehele gebeuren in zich op te nemen. Op het miniterras zaten jonge mannen en vrouwen te keuvelen met een kleine bio café of matcha thee. Het straalde rust uit. In die zin was er niets veranderd in het oorspronkelijke Bourgondische concept van Madeleine Bru. Gert opende de deur en snoof de lucht van verse kruiden op. "Bonjour, ik ben Gert en ik ben blij, dat ik er ben." zei hij. Héloïse lachte en antwoordde: "Welkom in Bru et sa Bresse. Ik heb veel over je gehoord en heb zin in de komende dagen." Gert werd er verlegen van. "Heb je al gegeten?", voegde ze toe en liep richting de keuken.

De dagen in Parijs vlogen om. Gert was wel gewend in een culinaire omgeving te verkeren, omdat Knøbbig altijd de lekkerste maaltijden maakte. Maar bij Bru et sa Bresse was het van een ander kaliber, mede door de magische kruiden van meneer Zimbo. Een mooi aftrap voor de omende weken, want het koken met deze kruiden was nog meer het begin. Gert verheugde zich al op de dagen in Pontarlier, de Jura. Tijdens de cursus van Héloïse was er één iemand, die de bijzondere aandacht trok van Gert. Een grote man met baard en onberispelijk gekleed. Zijn Frans was langzaam en doordacht, waardoor het voor Gert niet moeilijk was, om hem te verstaan. Deze man van ongeveer de leeftijd van Gert heette Ansèlme de Bordasonne en hij kwam uit de Gascogne. Deze streek kende Gert alleen maar van de boeken van Alexandre Dumas, want kwamen ook niet de musketiers uit deze streek? De Bordasonne bleek afkomstig uit een oud adellijk geslacht en woonde nu in Parijs. Naast zijn werkzaamheden in de wijnhandel was Ansèlme erg geïnteresseerd in koken en werken met kruiden. De heren hadden elkaar veel te vertellen tijdens de cursus. Over hun werk en persoonlijke ervaringen. Niet altijd naar de zin van Héloïse, die de mannen soms streng toespraak, dat ze beiden op moesten houden met hun geklets tijdens de les. De dagen vlogen om, leerzame dagen. Gert keek er met een goed gevoel op terug toen hij zijn spullen pakte. "Zal ik je naar Gare de Lyon brengen?" hoorde Gert iemand achter zich zeggen. Hij keek om en zag, dat Ansèlme stilletjes in de deurpost van zij kamer was gaan staan. "Nee, ik kom er zelf wel en de trein vertrekt pas over anderhalf uur." "Ik sta erop, dan kunnen we onderweg nog wat praten en eventueel een koffie drinken." "Okay doen we.", antwoordde Gert.

Gert beleefde een onrustige treinreis naar Pontarlier. Hij had genoten van de kruidencursus in Parijs, zijn kennismaking met Ansèlme en de laatste kop koffie in zijn gezelschap op Gare de Lyon. Wat hadden zij elkaar veel te vertellen. Eén ding verontrustte hem. Bij hun afscheid had Ansèlme aan Gert voorgesteld elkaar te treffen bij het kasteel van Royer. Hij zou daar enkele dagen verblijven. Misschien had Gert zin om ook te komen? Ansèlme moest daar zijn voor een transactie met twee bijzondere flessen wijn. De huidige eigenaars uit de VS hadden via le bon coin twee bijzondere flessen wijn aangeboden, die hij niet kon weerstaan. Ansèlme wist niet, wat de gesschiedenis van deze flessen was en dat vond hij interessant. Noch kon hij weten, dat Gert en alle anderen nauwe banden hadden met dit kasteel. Gert belde Knøbbig en Bart. "Hallo,", klonk de bekende stem van Bart. "Bart ik heb een probleem, waar ik het met jullie over moet hebben. In Parijs heb ik ene Ansèlme de Bordassonne ontmoet, een heel aardige wijnhandelaar. Hij heeft mij voorgesteld om elkaar over een paar weken te treffen in het kasteel van Royer, waar hij via internet een bod heeft uitgebracht op de twee bijzondere flessen. Ik ben bang, dat het de flessen met de rare Amerikaanse snuiter en de kille blonde Française zijn. Hoe kunnen we hem behoeden voor deze fout?" "Oh jeez, dat is niet mooi. Je gaat toch ook nog naar Pontarlier voor de kruidencursus van meneer Zimbo? Kun je hem meteen vragen om preventiekruiden voor de flessen en om Ansèlme te beschermen, want als ik je stem zo hoor, wil je dat toch?", antwoordde Bart. "Euh ja....", mompelde Gert. "Maak je verder niet druk, Knøb en ik bellen Huberte. Fijne reis verder en een dikke knuffel aan meneer Zimbo." Gert slaakte een zucht van verlichting. In Amsterdam koos Bart direct het nummer van Huberte Lapopp. "Bonjour ma chère....", zei Bart, "een kleine vraag. Kun jij in het kasteel wat voor mij doen?" "Bah oui."antwoordde Huberte, "heeft het iets te maken met de flessen, want de McGrows hebben deze op le bon coin geplaatst" "Jij mag niet meer raden! Inderdaad. Kun jij even een truc uithalen in de kelder?" "Natuurlijk ik hou het in de gaten, bisou." antwoordde Huberte en hing op.

Gert beleefde een hele leerzame week bij Meneer Zimbo. Wat hij tijdens zijn opleiding tot kruidenarts had geleerd verbleekte bij de kennis van deze tovenaar. Meneer Zimbo legde geduldig alle werkingen van zijn poeders, tincturen en zalfjes uit. En waarschuwde meerdere malen om alles met mate te gebruiken, want zoals bekend hebben de middelen van deze sjamaan stevige effecten op mensen, zeker die van kwade zin zijn. Tijdens één van de cursusdagen besprak Gert zijn zorgen over Ansèlme en de flessen in Royer. Per ongeluk was Ansèlme op de hoogte gekomen van de verkoop en kende hij de historie van de twee flessen en het gevaar niet. Gert wist niet goed, hoe hij dit moest vertellen aan zijn nieuwe vriend. Tevenzs zat hij in zijn maag met de rol van de McGrows, die in hun Amerikaanse kinderlijkheid deze wijnflessen op internet hadden gezet als specialiteit. Meneer Zimbo fronste en liep naar een kastje toe. Hij pakte een klein potje met een blauw roze gestreept etiket en zei: "Als jullie in Royer zijn, vraag dan aan Huberte, om tijdens het schoonmaken wat van dit poeder op het kussen van De Bordassonne te doen. Hij zal dan in zijn dromen de toedracht leren kennen van de flessen, zonder dat hij weet wat of wie erbij betrokken is. Het is in dit stadium niet veilig alles te vertellen over de geheimen van Royer." Gert knikte en dacht aan de tijd, dat hij ook nog niet tot de inner circle behoorde van de kennis van Meneer Zimbo. Zelfs tijdens zijn stage bij dokter Miboesa bleef alles vrij op de vlakte. Maar nu.... nu ging er in Pontarlier een wereld voor hem open. Een wereld vol kruidenmogelijkheden. Gelaafd met kennis vertrok Gert richting Mâcon, waar Madeleine Bru hem zou ophalen van het station, om hem naar de B&B van de McGrows te brengen. In Parijs pakte Ansèlme de Bordassonne zijn weekendtas in en fietste richting Gare de Lyon, opgetogen over zijn wijnaankoop en het weerzien met Gert.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Pelle Grød gaat op pad in Occitanië.

De verkoop van het kasteel van Royer.

Wie is wie in mijn sprookjes en verhalen?