De verkoop van het kasteel van Royer.


Hugues Ronsard en Diana Dubaie hadden een turbulent jaar achter de rug. Na de ontvoering van Diana hing zij haar carrière een tijdje aan de wilgen en vestigde zich bij Hugues in de Bourgogne. De rust van het kasteel beviel de actrice en plannen voor een huwelijk met al hun vrienden werden gemaakt. Maar een venijnig virus gooide roet in het eten en het werd eenzaam in Royer. Hoe verliefd ze ook waren, Hugues en Diana begonnen na 3 maanden lockdown de reuring van aanlopende gasten te missen. "Doorbijten, doorgaan...", zei Huberte LaPopp, als ze het erover hadden. Maar de teerling was geworpen. Na jaren van plezier in Royer verlangden beiden naar een nieuwe uitdaging. Filmen zat er voor Diana niet in en een kookschool runnen zonder gasten was hem ook niet. Ondanks dat Hugues het kasteel van zijn ouders in oude luister had hersteld en het een heerlijk plek was, ook voor Huberte, ging de kogel door de kerk. Er kwam een bord op het art déço hek van het kasteel en het grote afwachten begon. Er kwam een Duitse hotelier langs, waar Huberte LaPopp niets van moest weten. Eén van de voorwaarden voor de koper was namelijk, dat hij of zij voor Huberte zou zorgen, net als Huberte trouw alle jaren voor het kasteel had gezorgd. De familie LaPopp hoorde nu eenmaal bij de inboedel. En zij was de laatst overblijvende. 
Op een morgen in november belde de makelaar. Een Amerikaans stel, de MacGrows, wilden graag komen kijken na de lockdown. Hij was een succesvolle koolzaadboer uit Wisconsin en zijn vrouw Delia een schrijfster. Via de internationale bladen waren zij op het spoor van het kasteel gekomen. Delia had in Parijs gestudeerd en was een grote fan van Diana Dubaie. De MacGrows wilden de Verenigde Staten achter zich laten. Het was hun land niet meer. Jack MacGrow verkocht zijn koolzaadbedrijf aan een grote Amerikaanse vetfabrikant en de twee gingen reizen.
De lockdown werd opgeheven en het virus week. "Die Amerikanen komen morgen, laten we ze hartelijk ontvangen. Ik ken die Delia MacGrow van haar boeken over het diepe Zuiden van haar jeugd.", zei Diana tegen Hugues en Huberte, "Laten we ze feestelijk ontvangen." Zo gezegd zo gedaan. De volgende zaterdag stonden de boom van een kerel en de knappe zwarte schrijfster voor de deur van het kasteel. "Hi there we're Jack and Delia!", klonk het in koor.  "Wees welkom in ons kasteel en maak het jezelf comfortabel, Diana is even naar de markt in Louhans en gaat vanmiddag met Madeleine een diner klaarmaken ter ere van jullie.", antwoordde Hugues en liet de Amerikanen binnen. Hugues hoorde een claxon en zag de foodtruck van Pelle op de oprijlaan rijden. Het zou weer een drukke week worden in het kasteel.
En dat werd het, een volle, maar gezellige week. Diana en Hugues lieten hun gasten alle hoeken van de Mâconnais zien. Jake en Delia brachten ene bezoek aan de gravin Bledsky, De koopakte werd getekend, waarbij ook werd gezorgd, dat Huberte LaPopp kon blijven wonen in haar huisje en Raphaël de wijnbouw ging verzorgen. Dat was voor de MacGrows niet te doen vanuit de States. Gelukkig klikte het al vanaf het begin tussen Pelle en de twee, zodat er werd afgesproken, dat hij voorlopig de honneurs zou waarnemen in Royer. Het was tenslotte winter en de sporen van het vreemde virus verhinderden Pelle om in het voorjaar op pad te gaan met zijn foodtruck. Het was een bijzondere week in Royer en opgetogen vertrokken de MacGrows om in juni terug te komen voor de zomer.
Eén probleem bleef Hugues parten spelen. De geesten in de fles. Toen hij en Jake de wijnkelder bezochten, was deze verrast maar ook nieuwsgierig door het aantal flessen wijn. Hoorden die bij de koop. "Mais bien sûr!" had Hugues geroepen. "Ook die in die kooi daar?", antwoordde Jake. "Ja die ook, maar ik zal je het verhaal van de geesten in de fles vertellen. De witte is van de koele blonde Française, de rode van de Amerikaanse snuiter in het zwart. Gevaarlijke mensen. Gebotteld door meneer Zimbo. Dus maak deze flessen nooit open." Bij terugkeer uit de kelder glunderde Jake, alsof hij een kleine jongen was, die net een schat had ontdekt. "Delia, did you know that the place has real ghosts?", riep hij. Amerikanen zijn nu eenmaal wat luidruchtiger dan burgemeesters uit de Alpen. "Oh how swell, we must buy this place!", antwoordde Delia.
Nadat de MacGrows waren vertrokken kwam voor Hugues de tijd om alle spullen te gaan categoriseren, want een regel van de Franse overheid was, dat Royer alleen maar verkocht mocht worden in zijn originele staat. Dus de kookschool moest eruit en het antiek van de zolder er weer in. Royer staat namelijk op de patrimoine lijst van Bourgogne. En bij deze klus was het fijn dat Pelle Grød zich had gemeld. Ondertussen was Diana gestart met het zoeken naar een onderkomen aan de Côte d'Azur. Ze had haar oog laten vallen op een mooie fermette in de Maures, ver van de brouhaha van Saint Tropez, maar ook weer snel bereikbaar. Wat een veranderingen allemaal voor de twee. Hugues zwaaide Diana uit, toen ze vertrok om bij Brodgøde en Pierre te gaan logeren. Hugues was er niet geheel gerust op, gezien de eerdere ontvoering van Diana en had haar een zakje verdwijnmemaar kruiden van meneer Zimbo meegegeven, voor het geval dat. Wat Diana niet wist is dat Hugues ook Brodgøde had gebeld, om een extra oogje in het zeil te houden. De schat.
Huberte LaPopp had het er maar moeilijk mee, vreemde Amerikaanse snuiters in het kasteel, waar zij nu al haar hele leven op paste. Maar ze zag hoe gelukkig Hugues en Diana waren en gunde de twee een fijn nieuw leven in het Zuiden. Het was de laatste dag van haar taakjes op Royer en Hugues had voor Huberte een fijne lunch gemaakt. De gravin Bledsky, Madeleine, Raphaël en andere dorpelingen waren van de partij onder de lindenbomen voor het kasteel. "Lieve Huberte", begon Hugues, "zonder jou had het kasteel van mijn ouders nooit de tijd doorstaan. Jouw zorgen voor mijn ouderlijk huis zal ik nooit vergeten. Ook toen ik terugkeerde uit Fix stond jij direct voor mij en al mijn vrienden klaar. Nu is het tijd voor jou, om te gaan rusten. Ik weet, dat jij graag bij het kasteel blijft wonen. Dat is geregeld. Jij kunt de rest van je leven, zonder werkzaamheden op Royer in het poorthuis blijven wonen. Dat heb ik afgesproken met de MacGrows. Zij zullen voor mij een oogje in het zeil houden. Samen met Diana heb ik voor jou in Tournus een bankrekening geopend, waarvan je gebruik kunt maken. Maar vooral wil ik je op het hart drukken, dat ik nooit ver weg zal zijn. Dank voor alle goede zorgen. Bisou!" Huberte was er stil van en pinkte een traantje weg. Ze was zo blij dat ze op haar oude kon blijven wonen in het poorthuis. "Dank je wel lieve Hugues, ik weet niet wat ik moet zeggen, maar zal zeker genieten van de mij nog resterende tijd op Royer", antwoordde Huberte en omhelsde hem.
Ondertussen vlogen de MacGrows boven de Atlantische Oceaan. Delia was helemaal opgewonden over hun nieuwe Franse leven. Jack kon niet wachten tot ze zouden landen op Charles de Gaulle. Hun grote avontuur ging beginnen. Een heus kasteel, daar hadden ze in Wisconsin van opgekeken. Maar nu was het for real. Alles was geregeld en hun persoonlijke dingen waren per containerschip onderweg. Het werd een mooie zomer. Uit de cockpit klonk het sein dat de daling werd ingezet.
Herfst in de Bourgogne. Goudgele heuvels, de geneugten van de zon. Tochtjes door de heuvels achter Mâcon, langs de Roche du Solutré en de wijngaarden van Pierreclos. Op de thee bij Madeleine in Viré. Delia MacGrow kreeg er niet genoeg van. Direct na hun aankomst in Frankrijk had het echtpaar zich gevestigd in het kasteel en waren aan het inrichten geslagen. De Amerikanen struinden markten af, kochten wijnen in bij Raphaël voor hun kelder en plunderden de brocantes. Het klikte direct tussen Huberte en Delia en in haar beste Frans babbelde de nieuwe bewoonster wat af. Als verrassing had Huberte een lunch gemaakt voor de twee uit Wisconsin en heette hen van harte welkom op Royer. Pelle vertrok met zijn truck naar zuidelijker streken. Hugues had zijn laatste zaken ingepakt en was richting Saint Tropez vertrokken, waar Diana op hem wachtte. Een nieuw huis in de Maures. Een nieuw project.
De container met de spullen van de MacGrows was aangekomen in Le Havre, maar o wee, een probleem deed zich voor. De douane wilde de container, die via Londen was gekomen niet inklaren, omdat zij het vermoeden hadden, dat er Latijns Amerikaanse verstekelingen in de container zaten. Jack sprong in de auto en reed naar het douanekantoor. De douaniers waren niet te vermurwen en Jack keerde onverrichter zake terug naar Royer. Een domper op hun aankomst in Frankrijk. Delia belde met Hugues, hij was tenslotte ex burgemeester en kende de krochten van de Franse ambtenarij beter. Hugues nam contact op met de prefect van Seine Maritime. De douane vond drie verstekelingen uit Guatemala tussen de meubels van het stel en deelde dit mee aan Hugues. Hoe zij in de container waren geklommen en de hele tocht vanaf de Verenigde Staten hadden overleefd was niet duidelijk. De drie mannen werden overgedragen aan de vluchtelingenorganisatie. De container werd uiteindelijk vrijgegeven en de MacGrows konden verder.
De volgende ochtend zag Huberte vanuit haar raam, dat er iets mis was in het kasteel. Alle lampen brandden op elke verdieping. Voor de deur stond een auto van de gendarmerie en een busje van de PAMU. "Er zal toch niets ernstig gebeurd zijn?", dacht Huberte, maar besloot zich even afzijdig te houden. Huberte was bang, dat de geesten weer uit de fles waren. Dat was niet de bedoeling. Huberte liep naar de wandtelefoon in haar keuken en draaide een nummer in Pontarlier. "Allô?", klonk aan de andere kant de stem van meneer Zimbo, "wat is er aan de hand Huberte?" "De politie staat voor de deur van het kasteel en alle lampen branden. Ik ben bang, dat de geesten uit de flessen zijn. Ik zelf ben te oud om in te grijpen. Wat moet ik doen?" "Pleeg een telefoontje met Madeleine en Raphaël, zij hebben nog verdwijnmemaarkruiden en een lamlegnet liggen, waarmee ze de geesten in de fles kunnen krijgen." "Dank je wel, ik ga bellen.", antwoordde Huberte.
Ondertussen was het een drukte van belang in het kasteel. Delia was op van de zenuwen, want het had de hele nacht gespookt i het kasteel van Royer. Jake werd verzorgd door de medewerkers van  de PAMU, want zijn bloeddruk was sky high. Ondertussen liepen drie lokale gendarmes door het kasteel op zoek naar de koele blonde Française en de Amerikaan in het zwart. Ze waren niet et vinden en onverrichterzake keerden ze terug naar het bureau in Tournus. Nadat de gendarmes waren verdwenen, reed de auto van Madeleine het terrein op. Ze had rustgevende thee voor Delia en Jake, de verdwijnmemaarkruiden en de geestenmepper. Raphaël en zij hadden met meneer Zimbo afgesproken, dat zij de geesten zouden bottelen en op een nieuwe plek zouden inmetselen. In de kelder van gravin Bledsky. "Hallo Delia, ik ben Madeleine Bru en heb vaker met dit bijltje gehakt hier op het kasteel. Mijn man en ik gaan op jacht en nemen dan de geesten mee naar Tournus. Hoe kwamen ze uit de fles?"
"Jake ging gisteren wijn halen in de kelder en zag dat de kooi open was en de flessen gebroken. We begrepen er niets van. Wie had dat gedaan?" "Dat is van later zorg.", zei Madeleine,  "Jullie gaan nu naar je slaapkamer uitrusten met een kop thee en wij gaan op jacht." 
Madeleine en Raphaël namen hun kruiden in en slopen door het huis met het lamlegnet. Het was een fluitje van een cent, want al snel ontwaarden zij het tweetal wit en zwart in de keuken van Royer. Madeleine sloot de deur af en het spektakel kon beginnen. Raphaël had voor deze keer geen gewone wijn-, maar crémantflessen meegenomen. Snel zouden ze weer gevangen zijn. De twee in de keuken bevroedden niets. Zachtjes opende Madeleine de keukendeur. Het tweetal keek om en voor ze het in de gaten hadden wierp Raphaël het lamlegnet over de twee en gaf ze een stevige klap met de geestenmepper.  Het net en de klap deden direct hun werk. Madeleine zag als eerste de kille koele blonde Française smelten en verworden tot een plasje vocht. Daarn gebeurde hetzelfde met de Amerikaan in het zwart. "Ik ga  ze snel bottelen", riep Raphaël en pakte de crémantflessen, "het lijkt me een goed idee ze niet meer in de kelder van Royer te bewaren." "maar waar breng je ze dan heen?", vroeg Madeleine. "Dat zie je later wel", antwoordde Raphaël, terwijl hij de stevige kurken in de flessen deed. De verdwijnmemaarkruiden waren uitgewerkt en Madeleine ging naar boven om tegen Delia en Jake te zeggen, dat hun kasteel weer veilig was. "Jullie kunnen weer met een gerust hart door Royer struinen, geniet ervan..... en eh als jullie iets nodig hebben weten jullie ons in Viré te vinden." zei ze.
Raphaël deed de flessen in een wijndoos en plakte er een etiket op. "Kom Madeleine we moeten naar het postkantoor in Tournus." Op het etiket stond geschreven: De heer Njestevski, Seabreeze Venture, Porto Smeraglia, Sardinië. "Krijgt deze man zijn trawanten weer gebotteld terug. Ik hoop, dat hij er van geniet tijdens zijn bootarrest!" 

En zo keerde de rust in Royer weer terug.... 

© Gereons Eatery & Winery


Reacties

Populaire posts van deze blog

Wie is wie in mijn sprookjes en verhalen?

Pelle Grød en Knøbbig koken voor de nieuwe koning